Bandjir

 Bandjir


door: Charles Coors

In Januari, als de regentijd in mijn geboorteplaats Madioen op het eiland Java op z'n hoogtepunt is, werd ieder jaar weer de stad geteisterd door een overstroming. De belangrijkste weg in de stad liep over enkele honderden meters onder en op het laagste punt stond de weg wel een meter onder water. Die kon dus tijdens de overstroming niet gebruikt worden. Toen ik klein was, vond ik zo'n bandjir wel leuk. Zonder af te stappen met de fiets door het water naar de andere droge kant van de weg te rijden, was voor mij toen, een ware prestatie. In het begin van de tweede wereld oorlog werd mijn geboortehuis genaast. Mijn familie is toen verhuisd. Dat huis, dat op een verhoging was gebouwd, kwam tijdens een bandjir net niet onder water te staan. De glooiende voortuin met de op- en afrit van en naar de openbare weg, stond altijd wel onder water. Aan de zijkant van de tuin kon men via een trap, voordat de banjir zijn hoogste punt had bereikt, nog wel de straat bereiken. Maar al gauw was ook dat niet meer mogelijk en dan kon ik aan de treden van de trap zien hoe hoog het water stond. Tong Sing, de Chinese kruidenier, wiens pand ook onder water stond, stalde zijn waar in ons huis. Ook dat vond ik niet erg. Ik heb nog nooit zoveel gesnoept als toen. Naast Tong Sing stond een Chinees hotel. In het voormalig Nederlands-Indië werden de Chinese hotels hoofdzakelijk bevolkt door Indonesische of Chinese gasten.
Ook in het donker ging ik geregeld naar de trap om te kijken hoe hoog het water intussen was gestegen. Toen ik er weer eens stond, werd ik plotseling opgeschrikt door een donker iets, dat al spartelend aan kwam drijven. Ik stond stijf van schrik aan de grond genageld. Toen ik bekomen was van de schrik, zag ik een groten zinken wasteil, gevuld met bagage, die werd voortgeduwd door een zwemmer, die zich ternauwernood boven water kon houden. Het was een man, een Indonesiër. Hij was in zijn slaap verrast door het wassende water, heeft het belangrijkste bij elkaar gepakt en is naar de trap gesparteld. Marsoeki was zijn naam. Een intellectueel uit Sumatra. Mijn familie heeft hem als een verloren zoon binnen gehaald. Aan de bridgetafel van mijn twee broers en Dave de la Rambelje, is hij een zeer gewaardeerde vierde man geworden, totdat de Japanse bezetter bedacht dat Europese vijanden en hun Indonesische 'vrienden', niet aan één tafel konden zitten. Mijn broers en Dave werden opgepakt en gevangen gezet. Marsoeki was plotseling verdwenen. Tijdens die rotoorlog en Japanse bezetting moest je, als je in leven wilde blijven, doen wat je door de overwinnaar bevolen werd. Gelukkig kan ik nu zelf beslissen met wie ik omga, welk boek ik wil lezen, welke denkbeelden ik er op na wil houden en waar ik voor uit durf te komen. Indoctrineren doen ze maar bij een ander.
menu Indonesië  |  Home

Reacties