Geest-van-vrede

 Een Geest Van Vrede

door: Charles Coors

De bezetting was al enige tijd een feit. De stad had niets geleden van de oorlog omdat de Japanse en Koreaanse stoottroepen geen tegenstand hadden ondervonden bij het bezetten van de stad. De Nederlands Indische militairen waren allemaal al krijgsgevangen gemaakt. De Javaanse en Europese burgers waren getuigen toen het Japanse invasie leger de stad binnentrokken. In vrachtwagens en ook hele groepen op fietsen. Kleine mannetjes in het groen gekleed met kale koppen onder petten met flappen in de nek, op kleine kale groene fietsjes. Ze roken allemaal naar een soort ontsmettingsmiddel. Ze waren gelegerd in de zuster school en in de houtvesterij. Het huis waar mijn familie woonde stond daar min of meer tussenin. Telkens als je langs de wacht kwam moest je halt houden en front maken en buigen. Als je het vergat kreeg je slaag. Die eerste maanden van de bezetting was iedereen ontredderd en ontzet over het feit dat je plotseling niets meer mocht. Vooral de Europeanen waren als het ware gevangenen in eigen huis, voor zover ze nog niet weggevoerd en geïnterneerd waren. Niemand had meer greep op zijn eigen leven. Alles werd door de bezetter gedicteerd. Niemand dorst verder te kijken dan de volgende dag. En zelfs die volgende dag was uitermate onzeker zonder geld en voedsel. Op een dag kreeg het lege hotel van mijn moeder bezoek van enkele Japanse autoriteiten. Zij waren op zoek naar logies mogelijkheden. Mijn moeder dacht eerst dat het om één of twee gasten ging, maar al spoedig kreeg zij in de gaten dat het om een hele groep personen ging. Plotseling was het hotel half vol met orkestleden van een groot symfonie orkest. Allemaal Japanners, maar de meeste spraken beter Engels dan hun eigen moedertaal. Zij waren vóór de aanval op Pearl Harbour al teruggeroepen uit Amerika. Het orkest maakte een soort propaganda tour langs diverse provincie hoofdsteden van Java. Overdag werd er druk gerepeteerd. De muziekanten zaten of stonden ongedwongen rond de vleugel van het hotel, maar de muziek van Bach, Beethoven en Brahms klonk minstens zo mooi als het enkele dagen later in de schouwburg zou klinken. Maar het belangrijkste was voor mijn familie en voor enkele Indische mensen, die nog niet opgepakt waren en stiekem kwamen luisteren, dat de oorlog en de bezetting even kon worden vergeten. Hoewel er veel muziek is geschreven voor oorlogsdoeleinden, gaf de muziek die toen in de lobby van het hotel van mijn moeder klonk, bij iedereen die er naar luisterden, een gevoel van vrede.


menu Indonesië  |  Home

Reacties