Als je op de minuut nauwkeurig overgevlogen wordt naar Palma de Majorca, een tropische regenbui meemaakt op de toeristische marktdag in El Arenal, een hele vakantiebestemming bijna voor je alleen hebt, tijdens het joggen na vijfhonderd meter enkele regendruppels op je kop krijgt en reeds na drie kilometer een strakblauwe hemel boven je knar staat, dan mag je zoetjes aan spreken van een vakantie met tegenstellingen, of niet soms?
Het begon allemaal op die zondagmorgen toen de Boeing 737-399 "Wubbo Ockels", precies op tijd van pier A12 de runway optaxiede en zonder te stoppen de startbaan opreed. Tweeëndertig seconden nadat de captain de twee grote gashandels op vol vermogen had getrokken voor de 'take off, kwam de Boeing met een snelheid van om en nabij de vijfhonderd kilometers per uur los. Na een half uur vlogen we al boven Parijs en gezagvoerder Roos vertelde in zijn welkoms praatje dat de landingstijd door de computer berekend was op 09.57 uur. En toen de acht dikke banden piepend het asfalt van een landingsbaan van de Aeroporto de Palma raakten, wás het 09.57 uur. Toen de grote exit-hatch van de 737 opendraaide, woei de frisse ochtendwind mij reeds tegemoet en telkens onderga ik dat 'plotseling in Spanje zijn' met een gevoel van thuiskomen en, hoe tegenstrijdig ook, spannend avontuur.
Vier dagen later, tijdens de wekelijkse toeristische markt van El Arenal, regende het pijpenstelen. Een tropische bui leek het wel. Niemand had op regen gerekend en iedereen moest z'n toevlucht zoeken onder luifels van de diverse kraampjes. De marktlui hadden helemaal geen ervaring met al die nattigheid en onder algemene vrolijkheid ontlaadde zich geregeld een meertje regenwater vanaf een tent, op de hoofden van de schuilende (en weinig kopende) vakantiegangers. Maar de volgende dag scheen de zon weer en Majorca was eens te meer 'Isla del Sol'. Een week later was het in de ochtenduren behoorlijk bewolkt. Aangemoedigd door de verhalen van Simon Porten in Punch, liep ik dagelijks enkele kilometers hard. En wat denk je? Na vijfhonderd meters enkele regendruppels op mijn knar. | | Nog vóór de vijf kilometers onder mijn voeten waren weggejogged scheen alweer de zon en belichtte de schitterende baai van Palma. De Bahia de Palma begint, voor de meeste vakantiegangers, bij Magaluf, aan de Zuid-Westzijde, en eindigt, twintig kilometer door de bocht, bij El Arenal. De spons van Marjorca zou ik dat deel willen noemen, want als in het hoogseizoen, op topdagen, elke vijf minuten een charter naar beneden komt zeilen, zal zo rond de tachtig procent van al die zonminnenden opgezogen worden door de twintig kilometer lange kromme kermis. Desondanks weten zowel Palma als El Arenal zich als typisch Spaans te handhaven. De andere bestemmingen komen steeds meer in de belangstelling. Mijn tijdelijke domicilie echter, daar had kennelijk alleen ik aan gedacht. Twee jonge Engelse gezinnen en het clubje waar ik bij hoorde, waren de enige bewoners van een splinternieuw bungalowpark, gelegen in de urbanisatie 'Bahia Azul', acht kilometers ten zuiden van de bewoonde wereld'. Gelukkig was er een pendel beschikbaar in de vorm van een bruine SAVA (Saviem) bus. Tollo (Bartolomeo) reed op vaste tijden met zijn busje, desnoods voor één klant, naar El Arenal, en vanaf een vast punt ook weer terug. Eén keer duurde het zeker twintig minuten alvorens hij zich bij het jachthaventje van Arenal liet zien. Het wachten duurde extra lang omdat daar niet veel te beleven was. De meestal precies op tijd rijdende Tollo gebaarde dat hij bandenpech had gekregen. Hij had daarna kennelijk z'n handen met serveza (bier) gewassen, want daar rook het naar. Wie naar een Middellandse Zee vakantiebestemming gaat, rekent op zon, strand, zee en voor de avond gezellig stappen in die niet voelbare, verkwikkende Zuid-Europese avond. Kies liever geen bestemming, die te ver van de 'bewoonde wereld' af ligt, heb ik mezelf voorgenomen. Om in de Calle de St. Michel te Torremolinos, half Nijmegen tegen te komen, hoeft voor mij niet, maar zo'n afgelegen vakantiebestemming gaat me ook te ver. Er is gelukkig een gulden middenweg en laat uitersten maar aan het eiland Majorca over, want naast zon, strand en zee, heeft dat grootste eiland van de Balearen, een uiterst gevarieerd landschap. Daarover zal ik het misschien een andere keer hebben. |
Reacties
Een reactie posten