Vlak na de middagrust, toen de lucht weer helder was geworden van de stoffige drukte van een tropische werkdag, verscheen heel onverwachts een tank van Japanse makelijk in de straat. De demarkatielijn was weliswaar niet ver verwijderd, (het gebeurde maar al te vaak dat aan gene zijde van deze grenslijn gerommeld werd met oorlogstuig), maar zo'n eind over die denkbeeldige lijn en dan nog vurend met al de boordwapens, was alarmerend genoeg om een goed heenkomen te zoeken. Iedereen stoof van de weg af, de greppel in tussen enkele Japanse krijgsgevangenen, die in afwachting van hun repatriëring, te werk waren gesteld door het voorlopige Nederlandse gezag, The Netherlands Indies Civiel Administration (N.I.C.A.). Intussen bleef de tank vuren. Erg doelgericht ging dat niet, en men kon aannemen dat zowel de bemanning als de schutter van het rupsvoertuig, weinig ervaring hadden. Een van de Japanners kroop behoedzaam onder de dekking van de greppelwand, in de richting van de tank. Op het goede moment sprong hij uit de greppel, rende naar het voortsukkelende gevaarte, trok het luik van de koepel en sprong, zonder zich een moment te bedenken, naar binnen. Niet lang daarna hield het vuren op en stond ook de tank stil. Aangemoedigd door de stilte kwam iedereen te voorschijn en men kon zien hoe de Japanner langzaam uit de tank kroop. Hij bloedde als een rund, maar wist toch op eigen kracht de kant van de weg te bereiken. Zwevend op het randje van de dood werd hij in allerijl naar het ziekenhuis | | op de Dagoweg vervoerd. Als hij hier in de ziekenauto die zo snel mogelijk door Bandoeng reed, zou sterven, dan klopte er iets niet, schoot het door hem heen. De drie voorafgaande jaren was het zijn werk geweest om als lid van de Kem Pei Tai, de geheime Japanse politie, de Nederlanders op te pakken en door lang genoeg en wreed te martelen, bekentenissen af te dwingen, om zo een veroordeling te legaliseren. En uitgerekend voor die enkele Nederlandse onderdanen, die aan de bevrijde kant van de demarkatielijn liepen, had hij zich opgeofferd. Maar waarschijnlijk waren zijn motieven van een andere aard. Het onschadelijk maken van de tankbemanning was niet zozeer een daad van menslievendheid, maar meer een poging om zich te revancheren na het debâcle van Madioen. Nog geen week geleden beleefde hij, Tanaka hoofd van de Kem Pei Tai, de hachelijkste periode uit zijn hele loopbaan. Lang voor de Japanse capitulatie, had hij bij de militaire en burger autoriteiten aangedrongen op een hardere aanpak van de zich roerende, Indonesische Pemoeda's. Deze jonge nationalisten wilden de macht naar zich toehalen. De Japanse capitulatie en de chaotische repatriëring van de Japanse strijdkrachten, was koren op hun molen en al spoedig verkeerde de stad Madioen in de greep van de Bersiap. Letterlijk vertaald betekent dat woord aanvallen, maar voor hen die erbij waren, was het een schrikbewind. Dagelijkse intimidatie door provocerend optreden, wel of niet ondersteund met bamboe roentjing en later met de buit gemaakte wapens, waren orde van de dag. | |
Reacties
Een reactie posten